Opstellen van groepjes Copy

In de vorige les heb je de rekentijd per dag bepaald. In deze les gaan we de kinderen verdelen in groepjes. Je kunt het rekencircuit op verschillende manieren vormgeven. Het is uiteraard afhankelijk van een aantal factoren.

  • Hoeveel kinderen zitten er in de groep?
  • Hoeveel iPads of computers zijn er beschikbaar?
  • Zijn er veel niveauverschillen?

Ongeveer 6 kinderen per groepje is het fijnst. Bedenk hoe meer groepjes hoe meer verschillende activiteiten je moet organiseren. En dit kan ook weer tot meer onrust leiden.

Het verdelen van de kinderen kan best even een lastige puzzel zijn. Je wil rekening houden met het niveau, maar ook de persoonlijkheid van de kinderen. Je kunt onderstaand stappenplan gebruiken:

Stap 1

Schrijf elke naam op een los post-it briefje zodat je makkelijk kunt husselen.

Stap 2

Je verdeelt nu de kinderen per niveau, ik ga uit van vier groepen. Je verdeelt de kinderen op niveau, omdat je dan makkelijker kan differentiëren bij het leerkracht-gebonden onderdeel.

Bedenk eerst welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben. Deze kinderen komen in groep 1. Selecteer dan de kinderen die juist gebaat zijn bij verrijking of weinig instructie. Deze kinderen komen in groepje 4.

Stap 3

De rest van de kinderen verdeel je over groepje 2 en 3. In groep 2 komen de kinderen die net onder gemiddeld tot gemiddeld zijn en in groep 3 de kinderen die gemiddeld tot boven gemiddeld zijn.

Het is niet erg als vriendjes en vriendinnetjes bij elkaar komen. Je kunt ervoor kiezen om kinderen die heel erg botsen wel uit elkaar te houden.

Dus:

  • Groepje 1: ruim onder gemiddeld
  • Groepje 2: net onder gemiddeld tot gemiddeld
  • Groepje 3: gemiddeld tot net boven gemiddeld
  • Groepje 4: ruim boven gemiddeld

Misschien is de verdeling in jouw groep wel anders, dat kan natuurlijk altijd. Het gaat erom dat je kinderen van ongeveer hetzelfde niveau bij elkaar doet. Heb je meer dan 25 kinderen? Dan kan je nog een groepje extra in de middenmoot creëren. Wees je er wel van bewust dat een extra groepje meer onrust geeft. Soms kan je dan beter twee of drie groepjes iets groter maken.

Niet elk groepje hoeft precies hetzelfde aantal leerlingen te hebben. Het kan zijn dan groepje 1 groter is dan groepje 4. Maar je wilt ook weer niet dat het verschil tussen het aantal leerlingen per groepje te groot wordt. Het kan ook dat je het anders indeelt qua niveau, misschien heb je wel geen kinderen die ruim boven gemiddeld scoren. Dan krijg je bijvoorbeeld twee groepjes die gemiddeld tot net boven gemiddeld scoren. Door de post-it briefjes te gebruiken en de kinderen te rangschikken op niveau krijg je een goed beeld van wat mogelijk is.

De groepjes zijn niet voor altijd bindend. Je kunt er elk moment voor kiezen om ze te wijzigen. Niet alleen op basis van cognitie, maar ook hoe er wordt samengewerkt. Het is toch vaak een kwestie van proberen.

Maar wat als er een leerling tussen zit die echt ver boven de andere leerlingen uitsteekt? Overleg met de intern begeleider en ga op zoek naar materiaal wat passend is voor deze leerling. Het is zonde om dit kind toch mee te laten doen met het rekencircuit. Het is een optie om door te toetsen. Je geeft steeds een nieuwe methodetoets aan de leerling en bij goed resultaat weet je dat die doelen zijn behaald. Je toets door totdat je bij het blok komt waar hij uitleg bij nodig heeft. In het voorbeeld circuit rooster heb ik twee lege plekken gelaten. Deze kan je bijvoorbeeld voor dit kind gebruiken. Dit moment gebruik je om het rekenwerk voor de week erop te bespreken of te evalueren.

×
×

Winkelwagen