Dus:
- Groepje 1: ruim onder gemiddeld
- Groepje 2: net onder gemiddeld tot gemiddeld
- Groepje 3: gemiddeld tot net boven gemiddeld
- Groepje 4: ruim boven gemiddeld
Misschien is de verdeling in jouw groep wel anders, dat kan natuurlijk altijd. Het gaat erom dat je kinderen van ongeveer hetzelfde niveau bij elkaar doet. Heb je meer dan 25 kinderen? Dan kan je nog een groepje extra in de middenmoot creëren. Wees je er wel van bewust dat een extra groepje meer onrust geeft. Soms kan je dan beter twee of drie groepjes iets groter maken.
Niet elk groepje hoeft precies hetzelfde aantal leerlingen te hebben. Het kan zijn dan groepje 1 groter is dan groepje 4. Maar je wilt ook weer niet dat het verschil tussen het aantal leerlingen per groepje te groot wordt. Het kan ook dat je het anders indeelt qua niveau, misschien heb je wel geen kinderen die ruim boven gemiddeld scoren. Dan krijg je bijvoorbeeld twee groepjes die gemiddeld tot net boven gemiddeld scoren. Door de post-it briefjes te gebruiken en de kinderen te rangschikken op niveau krijg je een goed beeld van wat mogelijk is.
De groepjes zijn niet voor altijd bindend. Je kunt er elk moment voor kiezen om ze te wijzigen. Niet alleen op basis van cognitie, maar ook hoe er wordt samengewerkt. Het is toch vaak een kwestie van proberen.
Maar wat als er een leerling tussen zit die echt ver boven de andere leerlingen uitsteekt? Overleg met de intern begeleider en ga op zoek naar materiaal wat passend is voor deze leerling. Het is zonde om dit kind toch mee te laten doen met het rekencircuit. Het is een optie om door te toetsen. Je geeft steeds een nieuwe methodetoets aan de leerling en bij goed resultaat weet je dat die doelen zijn behaald. Je toets door totdat je bij het blok komt waar hij uitleg bij nodig heeft. In het voorbeeld circuit rooster heb ik twee lege plekken gelaten. Deze kan je bijvoorbeeld voor dit kind gebruiken. Dit moment gebruik je om het rekenwerk voor de week erop te bespreken of te evalueren.