Praktijkvoorbeeld thema Op expeditie
Juf Willeke gebruikt het moment van de boekenkring om kinderen te leren hoe je in informatieboeken antwoorden op vragen kunt vinden. Welk boek heb je nodig? Moet je het boek eerst helemaal lezen om het antwoord te vinden?
Juf Willeke doet het hardop denkend voor: “Ik wil weten welke dieren er nog meer, naast pinguïns, op de Zuidpool leven.” Ze kijkt naar de boeken die in de kring op tafel liggen. “Welk boek heb ik nodig om mijn antwoord te vinden? Daarvoor moet ik de titel lezen en goed naar de voorkant en achterkant kijken. Er ligt een boek tussen over ijsberen. Kan ik het daar in vinden? Nee, want ik weet dat ijsberen op de Noordpool leven.
Er ligt een groot platenboek over dieren over de hele wereld. Op de voorkant zie ik een wereldbol waar ook de Zuidpool op staat. Dat boek zou ik wel eens kunnen gebruiken.”
Juf Willeke laat zien hoe ze eerst alle platen in het boek bekijkt en de titels van de verschillende hoofdstukken leest. “Ik zie een plaat over de Zuidpool en daar staan dieren op. De titel van deze plaat is: Dieren op de Zuidpool. Hier kan ik zeker een antwoord op mijn vraag vinden.“
Ze bekijkt de plaat goed en leest de korte tekst die erbij staat. Ze komt erachter dat er onder andere blauwe vinvissen op de Zuidpool leven. Hier maakt ze een mooie zin van: Op de Zuidpool leven ook blauwe vinvissen.
Nadat ze helemaal voorgedaan heeft hoe ze aan haar antwoord is gekomen, gaan de kinderen zelf aan de slag. In tweetallen doorlopen ze de stappen om antwoorden te vinden. Dit lukt de meesten goed. Sommigen vinden in het uitgezochte boek geen antwoord, dan zoeken ze een ander boek uit en doorlopen ze de stappen opnieuw.