In de klas van juf Alie wordt een start gemaakt met het maken van een restaurant. Twee kinderen hebben de opdracht gekregen om tijdens het hoekenwerk een begin van het restaurant te maken. Juf Alie heeft een aantal basisspullen verzameld, maar bemoeit zich verder nog niet met de inrichting.
Ze ziet dat de kinderen druk bezig zijn met slepen: tafels en stoelen worden neergezet en het bestek en de borden komen op tafel. Alle benodigdheden die niet aanwezig zijn worden op een lijst geschreven.
Juf Alie besluit om een poosje mee te spelen als de meubels neergezet zijn. “Goedenavond, ik zou graag een hapje willen eten. Zou ik de menukaart mogen zien?” Er is nog geen menukaart, dus deze wordt op de lijst gezet. Dan vraagt ze: “Bent u misschien de ober of bent u de kok?”
Op de benodigdhedenlijst wordt ‘kleren’ geschreven. Na de hoekentijd mogen de twee leerlingen in de kring vertellen wat ze al hebben gedaan en welke spullen er op de lijst staan.
Kunnen de andere kinderen nog meer spullen bedenken?