Praktijkvoorbeeld themahoek Op expeditie Copy

“Maar waarom kunnen we dan niet naar de Zuidpool?” “Tja, het is is veel te duur”, zegt juf Willeke. “Ik heb op internet gekeken. Voor elk kind kost het minimaal 5000 euro, dus dat wordt een reis van meer dan 100.000 euro”. Allerlei oplossingen worden geroepen, maar dan heeft een leerling een goed idee. “We kunnen iemand uitnodigen die er zelf geweest is en die kan ons er alles over vertellen.” Dat is een goed idee! In het dorp woont een fotograaf die op Antarctica is geweest en die daar fantastische foto’s heeft gemaakt.

En verder? Willeke oppert: “Kunnen we de Noordpool en de Zuidpool niet hier naar toe halen?” Dat vinden de kinderen een goed idee. Gelijk komen er allerlei ideeën over hoe dat gerealiseerd kan worden. Met heel de klas worden de ideeën op een lijst geschreven.

De plek waar eerst de huishoek was, wordt omgetoverd tot een echte Noord- en Zuidpool. Dit is bewust, de kinderen willen aan de ene kant de Noordpool en aan de andere kant de Zuidpool. Na het brainstormen gaan een aantal kinderen in de creahoek aan de slag met het knutselen van grote ijsberen en pinguïns. In het water bij het ijs zwemt al snel een echte blauwe vinvis rond!

Inrichten van de hoek

Om de kinderen meer te betrekken bij de invulling van de spelhoek vraagt Willeke of ze zomaar op reis kunnen. Hoe gaat dat in het echt? In het echt maak je van tevoren een plan wat je gaat doen op de expeditie. Dit kun je bij een (reis)bureau bespreken en plannen.

Er wordt besloten om een expeditiekantoor in te richten waar de kinderen hun expeditie kunnen plannen: Op bezoek bij eskimo’s, ijsvissen, met een bootje varen en ijsberen/pinguïns spotten.

Bij het expeditiekantoor kun je tevens een gids boeken, een plattegrond kopen, materiaal huren, enz. Er wordt bedacht om bij het kantoor ook een informatieruimte in te richten waar je alle informatie over de Noord- en Zuidpool kunt vinden.

Samen met de kinderen wordt de spelhoek ingericht. Het bootje wordt gemaakt en geverfd, de ijsberen en de pinguïns worden gemaakt, de polen ingericht, het Noorderlicht geverfd en het kantoor ingericht. Het spel kan beginnen!

Rollenspel

Na een paar weken is er een echt expeditiekantoor gemaakt waar je een expeditie kunt boeken. De bediende achter het loket vraagt netjes waar de toeristen heen willen en vult dat samen met de toeristen in op een formulier. Ze kunnen kiezen uit: op bezoek bij Eskimo’s,  het Noorderlicht bekijken, in een bootje ijsberen of andere pooldieren spotten. Achter elke trip staat de prijs aangegeven en meerdere trips zijn mogelijk.

Voordat ze met de gids mee mogen, moeten ze eerst betalen. Dit komt heel precies. Als er betaald is, tekent de bediende op het formulier de wijzers in de klok zodat de toeristen weten hoe laat de trip begint. Als de gids nog niet zo ver is, kunnen ze even wachten in het expeditiekantoor. Daar is een informatiewand met allemaal enveloppen met informatie over de Noordpool en de Zuidpool.

De gids heeft een heel belangrijke rol. Hij vertelt alles wat hij weet over de polen aan de toeristen. Die informatie hebben de kinderen vooraf in allerlei teksten gelezen, zodat de kinderen deze rol nu goed kunnen spelen. Door het formulier te lezen dat de toeristen hebben ingevuld, weet de gids waar hij ze rond moet leiden.

Ook de rol van toerist is erg geliefd. Lekker in een bootje varen en ondertussen mooie dingen zien. Toch is dit zeker geen passieve rol. Er is genoeg interactie tussen de toeristen onderling en de andere rollen. Elke keer ontdekken ze wel weer wat nieuws of stellen ze een andere vraag.

De bediende achter het loket is verantwoordelijk voor de meer zakelijke kant. Hij zorgt ervoor dat de toeristen het formulier goed invullen, rekent het bedrag af, regelt de tijd. Ook wijst hij de wachtplek waar de toeristen even kunnen wachten.

De informatiewand

De informatiewand in het expeditiekantoor is door de kinderen zelf ingericht. Aan het begin van het thema hebben ze allemaal vragen gesteld over (het leven op) de Noordpool en de Zuidpool. Op deze vragen hebben ze vervolgens in allerlei verschillende boeken een antwoord gezocht tijdens de boekenkring. De antwoorden zijn geformuleerd en uitgetypt. Verschillende tweetallen zijn hier mee bezig geweest.

Op een gegeven moment zijn er veel vragen en veel antwoorden, maar welk antwoord hoort nou bij welke vraag?  Een groepje van drie kinderen gaat hiermee aan de slag. Ze lezen de vragen en de antwoorden. Samen overleggen ze welk stukje tekst echt antwoord geeft op de vraag. Dit is in sommige gevallen best lastig want sommige vragen lijken op elkaar. Bijvoorbeeld: Waar leven Eskimo’s? en Hoe leven Eskimo’s? Het is dus belangrijk dat je de vraag goed leest en ook begrijpt. Wat wordt hier gevraagd? En welk stuk tekst geeft hier echt antwoord op?  Zo komen alle vragen en antwoorden bij elkaar. De vraag staat op de envelop en het kaartje met het antwoord gaat in de envelop. In het spel blijkt dat de kinderen het erg leuk vinden om het antwoord uit de enveloppen te halen en die te lezen.

Nieuwe impulsen

Juf Willeke houdt het spel goed in de gaten. Moeten er misschien al nieuwe impulsen worden ingebracht? Is het in het echt niet zo dat er tijdens zo’n reis veel foto’s gemaakt worden, die in een fotoboek geplakt worden? En dat er in het echt vaak een reisdagboek bijgehouden wordt?

Ga je ook met het thema aan de slag?

Ik heb een spellenpakket over de Noordpool gemaakt. Je vindt deze in mijn webshop. Je kunt als cursist hieronder gratis de themahoek materialen downloaden. Het bestand is beveiligd met het wachtwoord Thema!spel

©jufkyra
©jufkyra
©Willeke Visser
©Willeke Visser
DSC_1706-1
©Petra Moedt
©Petra Moedt
noordpool-3
©Rianne Bekkers

Aan welke doelen werken de kinderen?

Taal

  1. Teksten lezen en schrijven over de Noordpool en Zuidpool
  2. Mondelinge taalontwikkeling (dialogen) en woordenschat
  3. Schrijven van een brochure over pooldieren
  4. Schrijven van een rondleiding
  5. Inschrijfformulier Op expeditie invullen
  6. Informatie uit een tekst halen

Rekenen

  1. Tijd: klokkijken, dagen van de week (werkweek en weekend), wintertijd, openingstijden, tijdsduur van een activiteit bepalen, kalender
  2. Geld: optellen (hoeveel kost het in totaal?), gepast betalen met euromunten en het euro-symbool gebruiken
  3. Meetkunde: plattegrond aflezen
×
×

Winkelwagen