Praktijkvoorbeeld themahoek Dierentuin Copy

Juf Alie heeft als startactiviteit een emmer, een bezem en een schep meegenomen. De kinderen kijken nieuwsgierig naar de spullen. “Wat hebben deze spullen met de dierentuin te maken?”, vraagt juf Alie. Er wordt druk overlegd en al snel wordt de link met de spullen van een dierenoppasser gemaakt. “Wat zou een oppasser allemaal doen?”. Een aantal dingen kunnen de kinderen al wel opnoemen.

Als ondersteuning laat juf Alie het filmpje ‘De dierentuin; je zal er maar werken’ zien. In dit filmpje komt duidelijk naar voren wat de taken van een oppasser zijn en wat hij allemaal nodig heeft. Juf Alie koppelt er vervolgens een schrijfopdracht aan: ‘Maak in tweetallen een lijst van de taken van een oppasser’. Ten slotte worden de taken van een dierenoppasser klassikaal besproken. Er wordt een lange lijst gemaakt, die alvast in de toekomstige themahoek wordt opgehangen.

©Alie van Wijk
©Alie van Wijk

Inrichten van de hoek

De volgende dag staat er in de klas een hok (omgekeerde tafel). “Wie wil het hok voor de leeuwen inrichten?” “En wie voor de apen?”. Een heel aantal kinderen steekt enthousiast hun vinger op. Na het bekijken van de informatieboeken en foto’s op internet (hoe zien de hokken eruit?) gaat het groepje in de creahoek aan de slag.

Na het hoekenwerk vertelt het groepje aan de rest van de klas hoe en waarom ze de hokken op deze manier hebben gemaakt. Elk dier heeft natuurlijk een ander soort hok nodig.

Een paar dagen later bespreekt juf Alie de themahoek nogmaals met de kinderen. Samen komen ze tot de conclusie dat er nog wel wat dingen missen. Hoe kunnen de bezoekers weten welk dier er in het hok zit? En kunnen de bezoekers misschien ook wat over het dier leren door middel van informatiebordjes? 

Een paar weken later leest de juf voor uit het leesboek ‘Lotje in de dierentuin’. Naar aanleiding van het verhaal wordt er een nieuwe dimensie aan het rollenspel toegevoegd, namelijk een dierenarts!

Rollenspel

Nu de themahoek af is is het belangrijk dat de kinderen vervolgens echt tot rollenspel komen. Kunnen de kinderen zich inleven in een verzorger? Samen met de kinderen bespreekt juf Alie nogmaals de taken, foto’s worden gemaakt en door een aantal kinderen wordt er een spelscript geschreven. Deze foto’s geven veel ondersteuning.

Het is belangrijk dat je als leerkracht veel meespeelt en voordoet (ook in de kring). Kinderen blijven anders in het basisrollenspel hangen. Juf Alie vraagt in de rol als bezoeker of ze ook een souvenir kan kopen. Zo ontstaat het idee om bij de ingang een winkeltje te openen. De kinderen verzamelen spulletjes en bedenken prijzen.

Nadat de verzorgers goed in hun rol zitten nodigt juf Alie twee kinderen uit om de rol als bezoeker op zich te nemen. Tijdens het reflectiemoment bespreekt ze het spel met de kinderen. Hebben de bezoekers een rondleiding en informatie gekregen? Wat zeg je bijvoorbeeld bij de kassa? Wat vertel je tijdens de rondleiding? Wat zeg je als de rondleiding is afgelopen? De volgende keer mogen de bezoekers de oppassers zijn en komen er twee nieuwe kinderen in de hoek. Zo wordt het spel langzaam voor alle kinderen toegankelijk en oefenen de kinderen het spel met elkaar. Als leerkracht kun je dan meer gaan observeren en hoef je steeds minder aanwijzingen te geven.

Je kunt het spel elke week verder uitdiepen. Er is bijvoorbeeld een baby aap geboren of er moeten klokken gemaakt worden waarop de voedertijden staan en een lijst voor in de keuken waar in volgorde de te voeren dieren opstaan met de tijd en het voer dat ze moeten hebben. Het uitdiepen van de themahoek kun je verdelen over meerdere weken. Je doet het pas nadat de basis goed staat en uiteraard altijd samen met de kinderen.

©Alie van Wijk
©Alie van Wijk
dier-2
DIEREN-3
dier
dier-5
©Basisschool De Linderte
dier-2
dier-3_censored-800x600_censored

Aan welke doelen werken de kinderen?

Taal

  1. Teksten lezen over dieren
  2. Mondelinge taalontwikkeling (dialogen) en woordenschat
  3. Schrijven van informatiebordjes
  4. Schrijven van een rondleiding
  5. Schrijven van wegwijzers
  6. Schrijven van een takenlijst

Rekenen

  1. Meten: oefenen met een liniaal en meetlint. Hoeveel cm is het hok? Hoe lang moet de strook papier zijn?
  2. Meten: zakjes voeding afwegen (weegschaal aflezen t/m 20 kg)
  3. Tijd: klokkijken, dagen van de week (werkweek en weekend), openingstijden
  4. Geld: optellen (hoeveel kost het in totaal?), gepast betalen met euromunten en het euro-symbool gebruiken
×
×

Winkelwagen